Wet Zorg en dwang vanaf 2020

De Wet Zorg en dwang (WZD) gaat de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) vervangen. Van zorgprofessionals wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van de WZD. Op 23 januari heeft de Eerste Kamer ingestemd met de WZD. De WZD gaat in op 1 januari 2020.

De WZD stelt de cliënt centraal en is cliëntvolgend. Dit betekent bijvoorbeeld dat onvrijwillige zorg kan worden toegepast op de plek waar de cliënt zich bevindt, zoals op de dagbehandeling of tijdens de dagbesteding. Daarnaast geeft de wet aandacht aan het recht op vrijheid van de cliënt. Dit houdt in dat er zorg wordt verleend waar de cliënt mee instemt en dat alleen een vrijheidsbeperkende maatregel (in de WZD ‘onvrijwillige zorg’) wordt ingezet als het echt niet anders kan.

De WZD geldt voor cliënten met een verstandelijke beperking of dementie als:
– een ter zake deskundige arts heeft vastgesteld dat zij professionele zorg nodig hebben om ernstig nadeel te voorkomen of;
– als zij van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) een indicatie hebben ontvangen voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz).

De WZD geldt niet voor cliënten met een verstandelijke beperking of dementie die verblijven in een justitiële jeugdinrichting, penitentiaire inrichting (gevangenis of huis van bewaring) of tbs-inrichting. De WZD geldt overal waar cliënten met onvrijwillige zorg te maken kunnen krijgen:
– in zorgaccommodaties waarin mensen met een verstandelijke beperking of mensen met dementie zorg krijgen, wonen of tijdelijk verblijven;
– bij ambulante zorg, dus bij mensen thuis, maar bijvoorbeeld ook in kleinschalige wooninitiatieven of in aanleunwoningen.

Bron: mr. Rose Marie Doppegieter
DG Doppegieter Gezondheidsrecht
www.doppegieterDG.nl