V&VN: schors zorgprofessional na tuchtklacht

Een zorgprofessional tegen wie een tuchtklacht loopt, moet gedurende de tuchtprocedure geschorst kunnen worden. Dat vindt de vereniging van verpleegkundigen en verzorgenden V&VN. Zo zou voorkomen kunnen worden dat meer patiënten schade ondervinden.

Hoogleraar gezondheidsrecht Johan Legemaate zwengelde onlangs de discussie aan over de mogelijkheid om tot schorsing over te gaan. Hij wees daarbij op het verschil tussen een beroepsbeoefenaar in dienst van een instelling die over de schreef gaat en een zelfstandig werkende beroepsbeoefenaar. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kan een hulpverlener die ernstig over de schreef is gegaan, wél schorsen als diegene een solopraktijk heeft, maar niet als die in een instelling werkt.

Legemaat pleitte er op de website van het programma De Monitor van de KRO-NCRV voor om dit beleid te moderniseren, de regels voor alle zorgprofessionals gelijk te trekken en het mogelijk te maken om al tijdens tuchtprocedures te schorsen. V&VN sluit zich hierbij aan.

Minister Schippers van VWS noemde dit in juli 2013 in een brief aan de Tweede Kamer als één van de mogelijke wijzigingen van het tuchtrecht. Ook in de beleidsreactie van de minister op de Tweede Evaluatie van de Wet BIG in december 2014, wordt de mogelijkheid van de voorlopige voorziening weer aangehaald. Een concreet voorstel tot wijziging van de wet is er nog niet.

Doorwerken in opdracht

De Kwaliteitswet Zorginstellingen kan uitkomst bieden. De raad van bestuur van de zorginstelling zou dan maatregelen moeten nemen en de disfunctionerende medewerker op non-actief moeten stellen. Dat wordt ook wel gedaan, maar vaak houdt dit in dat de beroepsbeoefenaar niet meer zelfstandig voorbehouden handelingen mag uitvoeren. Het in opdracht uitvoeren van die handelingen is dan nog wel mogelijk. Bovendien kunnen alleen kortdurende schorsingen zo bewerkstelligd worden.    "De Kwaliteitswet Zorginstellingen biedt een mogelijkheid, maar dat is slechts kortdurend", zegt Jurriane Rendering, juridisch adviseur van V&VN. "In dit geval zou de raad van bestuur maatregelen moeten nemen en de disfunctionerende medewerker op non-actief stellen. Dat wordt ook wel gedaan. Maar vaak houdt dit in dat de beroepsbeoefenaar niet meer zelfstandig voorbehouden handelingen mag uitvoeren. Het in opdracht uitvoeren van die handelingen is dan nog wel mogelijk, waarmee je kunt stellen dat er in feite niets verandert.”

Lees meer….

Bron: Skipr 4 augustus 2015