Mag ik nabestaanden inzage geven in medisch dossier?

Vraag

“Vanochtend werd ik gebeld door een vrouw die stelt dat ze de dochter is van een patiënt van mij, meneer Y. Hij is vorige week overleden aan de gevolgen van longkanker. De vrouw wil inzage in zijn medisch dossier. Ik heb mijn patiënt nooit horen spreken over deze vrouw en haar naam ontbreekt ook op de rouwadvertentie. De vrouw zegt dat ze kan bewijzen dat ze zijn dochter is en dat zij door de rest van de familie nooit is geïnformeerd over de ziekte van haar vader. Moet ik haar inzage geven in het medisch dossier?”

Advies

De hoofdregel is dat artsen aan derden geen inzage geven in het medisch dossier van een overledene. Het beroepsgeheim ‘reikt over het graf heen’. Nabestaanden kunnen de arts niet van zijn geheimhoudingsverplichting ontslaan. Dat geldt al helemaal zolang niet duidelijk is of u te maken heeft met een kind of andere nabestaande. Natuurlijk mag een arts het overlijden van een persoon wel bevestigen aan een naaste.

Uitzonderingen

Omdat deze regel ongewenste consequenties kan hebben, zijn daarop drie uitzonderingen mogelijk:

  • Als er een wettelijk voorschrift geldt dat tot gegevensverstrekking verplicht. Een voorbeeld hiervan is de overlijdensverklaring op grond van de Wet op de lijkbezorging (WLB).
  • Als de arts concrete aanwijzingen heeft om aan te nemen dat de overledene, als hij nog in leven was geweest, toestemming voor gegevensverstrekking zou hebben gegeven. De wil van de overledene moet als het ware worden gereconstrueerd. Instemming met inzage is bijvoorbeeld aannemelijk bij onduidelijkheden over de ingreep of behandeling of bij erfelijk bepaalde afwijkingen. Daarbij spelen factoren een rol als: Wie doet het verzoek? Hoe was de verhouding tussen de verzoeker en de overledene? Hoe privacygevoelig zijn de gegevens? Welk doel is met de gegevensverstrekking gediend? Dat derden, bijvoorbeeld nabestaanden, belang hebben bij gegevensverstrekking geeft de arts als zodanig onvoldoende aanwijzing om de toestemming van de overledene te veronderstellen.
  • Als de arts toestemming niet kan veronderstellen, maar toch concrete aanwijzingen heeft dat er belangen op het spel staan die zó zwaarwegend zijn, dat het belang van geheimhouding daarvoor moet wijken (conflict van plichten). Financiële – en/of emotionele belangen van nabestaanden (rouwverwerking en geschillen rond de erfenis) zijn volgens vaste rechtspraak doorgaans onvoldoende zwaarwegend om het geheim van de overledene opzij te zetten. Vragen over erfelijke aandoeningen kunnen dat wel zijn.

In deze casus mag de arts niet uitgaan van veronderstelde toestemming voor inzage; uit niets blijkt dat de overledene dit had gewild.

Andere arts

De arts kan, als hij instemming met inzage veronderstelt, ook aan de nabestaanden voorstellen om gezamenlijk een arts aan te wijzen die namens de nabestaanden in het dossier kijkt. Zo kan de inbreuk op de geheimhoudingsplicht worden beperkt, terwijl de nabestaanden toch antwoord krijgen op hun vraag.

Inzage verzekeringsmaatschappij

Met de (levens)verzekeringsmaatschappijen zijn overigens strikte afspraken gemaakt over het afgeven van een verklaring omtrent de doodsoorzaak. Deze zijn voor wat betreft het natuurlijk overlijden te vinden in hoofdstuk 5.4 van de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens: ‘De Vrede van Tilburg (1910)’. Bij een niet-natuurlijke dood dient de medisch adviseur van de (levens)verzekeraar zich voor informatie te wenden tot de Officier van Justitie.

Bron: KNMG 10 november 2017